Algemeen

25 april 2024

Zadelpassen: de invloed van het postuur van de ruiter

De laatste jaren wordt de vraag steeds vaker gesteld: hoe veel ruitergewicht kan een paard aan? De cijfers lopen uiteen van 10% tot 20% van het gewicht van het paard. En de reacties van de ruiters zijn grofweg in te delen in twee groepen. De ene groep vindt 20% nog aan de ruime kant en denkt dat 15% al te veel is voor het paard. De andere groep zweert dat niet het gewicht, maar de manier van rijden bepalend is. Maar waar loopt de zadelpasser eigenlijk tegen aan als het postuur van paard en ruiter niet zo goed met elkaar matchen?

 

Wij – zadelpassers – willen graag bijdragen aan het welzijn van de Happy Athlete door middel van het aanmeten van een zadel dat past voor zowel het paard als voor de ruiter. We staan hierbij soms voor lastige combinaties. En een van de lastigste is een paard met een korte rug en een ruiter die qua postuur en gewicht eigenlijk niet in het korte, voor het paard geschikte, zadel past.

 

Wat kan er gebeuren?

Bij het zadelpassen in deze situatie komt een aantal problemen naar voren. Probeer je het voor het paard goed te doen, en kies je voor een kleiner zadel, dan past de ruiter er niet fijn in. Hij/zij wordt in een oncomfortabele houding gedwongen, waardoor in balans op het paard zitten een hele uitdaging wordt. Met als gevolg dat de ruiter lichamelijke klachten krijgt en het plezier in het rijden misschien wel verliest. Daarnaast heeft ook het paard last van de onbalans van de ruiter, als deze daardoor niet meer fijn mee kan zitten in de beweging van het paard.

Neem je de ruiter als uitgangspunt, dan wordt het zadel langer dan de paardenrug aan kan, waardoor er te veel druk in de onderrug van het paard komt. Het paard kan hierdoor moeite krijgen met het correct gebruiken van de rug- en buikspieren, terwijl die juist belangrijk zijn bij het dragen van de ruiter.

Daarnaast zakt door het gewicht van een zware ruiter het zadel snel te ver om de schoft, schouders en wervelkolom heen. Er ontstaat te veel druk in deze regio en het paard reageert hierop door de schoft en rug weg te drukken. Dit uit zich onder meer in een gevoelige rug en uiteindelijk een algehele bewegingsbeperking in het zadelgebied.

 

Denken in oplossingen

Door de jaren heen heb ik geleerd dat de liefde voor onze paarden zich niet laat sturen door rationele gedachten en de aankoop van onze paarden al helemaal niet ;-). Hoewel het voor zadelpassers fijn is als de combinatie ruiter-paard bij elkaar past, is dit niet altijd de realiteit. Daarom is het aan ons om ruiter en paard zo goed mogelijk te adviseren en te helpen. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is dat de ruiter in balans op het zadel moet kunnen zitten, want – nogmaals – het ongemak van een ruiter door een zadel, heeft altijd een negatieve invloed op (de beweging van) het paard.

 

Een aantal dingen waarbij we rekening houden als we naar de pasvorm voor de ruiter kijken:

–          Zitmaat (lengte van het zadel): om de bilpartij in kwijt te kunnen en om de langere benen ruimte te geven;

–          Breedte van de zitting: een bredere zitting geeft ruime voor de billen, maar ook voor wat wijder uit elkaar staande zitbeenknobbels;

–          Kniewrongen: positie, hoogte en lengte van de kniewrong zijn belangrijk, zodat de ruiter in het midden van het zadel kan blijven zitten en de kniewrong een hulp is in plaats van een belemmering. Een verkeerd geplaatste of te grote kniewrong kan de ruiter achter in het zadel duwen, zodat deze uitwijkt naar een grotere zitmaat, terwijl dit vaak niet nodig is;

–          Hoek van de lepel (open versus gesloten zit): door de lepel vlakker te leggen, krijgt een ronde bilpartij meer ruimte in het zadel, zonder dat een grotere zitmaat nodig is;

–          Vorm van de zitting: door een opzetstuk in de lepel krijgen ook de bredere billen ondersteuning waar nodig.

 

Wat wil het paard?

Als we voor de ruiter een passende optie hebben, hoe kunnen we er dan nog voor zorgen dat het paard zo comfortabel mogelijk is? Het is uiteraard belangrijk om voor een zadel te kiezen dat bij het paard past. Een goed passend zadel geeft het paard voldoende ruimte bij de wervelkolom en schoft en belemmert het paard niet in de beweging. De kussens volgen de contouren van de rug van het paard. De boom (het geraamte) van het zadel komt overeen met de rug van het paard. De maat en de vorm van het kopijzer (de voorboom) sluiten aan bij de vorm van de schoft en schouders.

De lengte van het zadel hangt af van de ruiter, maar de eerdergenoemde opties, zoals een open zit en juiste kniewrongen, zijn belangrijk om de zitmaat niet onnodig groter te maken. Daarnaast kunnen we soms een korter kussen plaatsen, zodat er zo min mogelijk druk richting de onderrug van het paard gaat. Dit is niet altijd een goede oplossing, omdat het tegelijkertijd juist voor extra druk in de onderrug van het paard kan zorgen. Raadpleeg zeker je zadelpasser om hier meer uitleg over te krijgen.

We kunnen er ook voor zorgen dat het draagvlak van het kussen zo optimaal mogelijk is. Dit betekent dat het zadel over de gehele lengte evenredig contact maakt met de paardenrug en het kussen zo breed mogelijk is als dat de rug en de zadelboom toe laten. Op deze manier wordt het gewicht van de ruiter over een zo groot mogelijk oppervlak verspreid.

Om ervoor te zorgen dat de (wollen) vulling in het zadel niet te snel inzakt onder het gewicht van de ruiter, is het belangrijk dat de zadelpasser het zadel correct bijvult. Stevig genoeg om inzakken te voorkomen, en zacht genoeg om het paard een comfortabel gevoel te geven. Als blijkt dat het zadel ondanks alles toch nog te dicht bij de schoft of de wervelkolom komt, kan een goed aangemeten onderlegger verlichting bieden. Deze onderlegger kan ook helpen als het zadel te veel druk geeft in de schouderregio of de lendenen.

 

Wat kan de ruiter of eigenaar doen?

Ook als ruiter of eigenaar kun je wat bijdragen om je paard gezond en blij te houden:

Laat je zadel regelmatig controleren. Als het zadel eenmaal zo passend mogelijk is gemaakt, is het heel belangrijk dat het regelmatig gecontroleerd wordt door de zadelpasser. Zowel paard, zadel als ruiter kunnen in (relatief) korte tijd veranderen. Normaal gezien hou ik een termijn aan van 6 à 8 maanden, maar misschien is het bij deze combinatie verstandiger om de controles eens per 3 à 4 maanden in te plannen. Zo kun je kleine problemen op tijd oplossen en blijft het plezier in het rijden voor beide partijen aanwezig!

Maak gebruik van een opstapblok. Het heeft niks met lenigheid of met je gewicht te maken. Opstappen met een opstapkrukje of -blok is beter voor je paard en voor je zadel.

Blijf werken aan je houding en zit. Hoe meer je weegt, hoe prettiger het voor je paard is dat je met de beweging mee zit. Dit bereik je onder andere door aandacht te besteden aan je rompstabiliteit, ook wel bekend als corestability. Er zijn tal van ruiterfitness programma’s die je daarbij kunnen helpen. Daarnaast bestaan er mogelijkheden om zitlessen te volgen, waarbij veel aandacht wordt besteed aan recht en in balans op je paard zitten.

Train je paard aan de hand. Ook de rompstabiliteit van je paard moet getraind worden. Paarden hebben een bepaalde mate van aanspanning in de buikspieren nodig om de ruiter te kunnen dragen. Hoe meer de ruiter weegt, hoe meer moeite het paard hiervoor moet doen. Je kunt je paard helpen door een aantal keer rijden in de week te vervangen door grondwerk oefeningen. Vraag hierover gerust advies aan je instructeur, fysiotherapeut of veearts; zij kunnen je verder helpen.

Laat je paard regelmatig nakijken. Hoe meer gewicht het paard moet dragen, hoe meer de wervelkolom, benen en spieren van een paard belast worden. Door middel van een check van bijvoorbeeld fysiotherapeut of osteopaat kun je problemen op tijd constateren en behandelen.

– Wees realistisch. Blijf altijd kritisch kijken naar je paard, je zadel en jezelf. Een zadelpasser kan veel voor je doen, maar de mogelijkheden zijn helaas niet eindeloos.

 

Ik hoop met deze blog duidelijk te maken dat ik niet van mening ben dat we massaal een crashdieet moeten volgen. Ik vind wel dat we moeten blijven nadenken wat er gebeurt als we op een paard gaan zitten. Iedereen streeft naar een gezond en blij paard. Onze paarden vallen onder onze verantwoordelijkheid. Niet alleen ruitergewicht en een goed passend zadel zijn hierbij belangrijk, maar bijvoorbeeld ook rijtechnische vaardigheden, de juiste bodem, een correct trainingsschema, en bovenal respect voor de fysieke en mentale mogelijkheden van je paard! Met dat in gedachte is paardrijden een van de mooiste sporten die er bestaat.

Nienke Bergsma
www.equiritme.nl

Terug naar home